13 oktober 2009:

Vandaag weer aan het werk. Ik had het echt gemist. je kunt natuurlijk allerlei dingetjes doen als je thuis zit, maar zelfs na  enige dagen wil ik ook wel weer eens werken. Vanmorgen was het na een koude nacht best frisjes. Gelukkig nog geen last van koude handen, maar je merkt wel dat het kouder wordt.
   De afwaskar opgehaald en de shakes. Het aantal revalidanten die daar gebruik van maken is kleiner geworden
, want het waren er nu nog maar 7 en xc3xa9xc3xa9n fruitsalade. Blijkbaar gaat het beter met de mensen, zijn ze voldoende aan gewicht aangekomen, kunnen ze gewoon eten beter verdragen.
   Boven gekomen werd ik al snel verwelkomd door eenn aantal "bekenden" ( collega’s en revalidanten). Shakes weggezet in de koelkast. Mijn bagage en blouse en jas moest ik nog weghangen. eerst maar aan een collega de nieuwe code gevraagd. Ik hoop deze ook weer te kunnen onthouden.
De afwaskar leeggeruimd en de serveerwagen opgeladen. We hadden nu wel 15 eters! We liggen dus vol. Liet een kopje vallen…in tweexc3xabn. In de vuilniszak. Deze direct in de grote container geworpen. Nieuwe vuilniszak erin. Zo, wat nu…vuile doeken in de waszak. Schone  opgehaald in de linnenkamer. Nog even met mijn collega gesproken. Ik ben namelijk uitgfenodigd op een bijeenkomst over AFASIE. Steeds meer revalidanten die bij ons komen revalideren kampen ook met deze problematiek. Om de communicatie en herstel nu te bevorderen, is het goed dat hier aandacht aan besteed wordt. Ik had enige tijd terug al zelf om informatie gevraagd. Ik heb vrijaf gekregen om zo ook aan die bijeenkomst deel te kunnen nemen. Erg leerzaam.
   De schone doeken hoefden hier niet gevouwen te worden en kon ik zo in de kast leggen. Daarna de gieter gevuld en de planten in de huiskamer van vocht voorzien. Ook aan het eind van de gang stonden nog wat planten om water te vragen , zo wist ik.
   Een emmer sop gemaakt en de peper- en zoutstelletjes afgenomen. De computer werd door een revalidante gebruikt, dus die moest ik na de pauze maar schoonmaken. Daarna het dressoir van buiten en binnen, de tafels en stoelen en vensterbanken. Rond 10:15 uur was ik al klaar. De tafel waar de mannen zaten te praten – ik deed af en toe ook mijn zegje, moest nog schoon. Ik zei hen dat ik dat wel na mijn kop koffie zou doen. "Nee, " zo zeiden ze, "Jij moet ook door, we gaan wel aan de schone tafels zitten." Zo was ik dus al voor mijn pauze klaar met de schoonmaak.
In de pauze lekker gekletst mijn collega’s, ook gevraagd of ik nog iets extra’s kon doen.
Weer op de afdeling gekomen, zag ik dat de computer niet in gebruik was. Nieuw sopje gemaakt en snel het apparaat, monitor en toetenbord, alsmede de tafel en stoel afgesopt. daarna ging ik aan de slag met de extra’s. Eerst de servetten in een punt dubbel gevouwen. en in het rek gestopt. Op deze afdeling is men motorisch beter af als op de andere afdelingen. Zodoende liggen de servetten niet standaard bij het bord. Dat scheelt ook papier moet je maar denken!
   De schone vaat werd intussen gebracht. Snel uitpakken en nog wat op de serveerwagen zetten; dan kon ik of mijn collega tenminste beginnen met tafeldekken als het zover was. Daarna pakte ik een emmer sop en ruimde 3 kastjes uit. Ze waren een tijdje niet schoongemaakt. Even goed met de doek door de kastjes. De dingen die er in stonden maakte ik, indien mogelijk, ook schoon. Ik ruimde alles weer in. Bijna half 12, nog even de buitenkant van de hele keuken gedaan. Tijd om naar huis te gaan.
Het was goed weer lekker te werken. Met 2 collega’s heb ik dit nog gexc3xabvalueerd. Daarna mijn taken afgetekend in het werkschema; de extra’s wel even vermeld. Niet alleen om te laten zien wat ik allemaal doe, maar ook voor mijzelf om te weten wat ik reeds gedaan heb of wat ik in de toekomst zelf zou kunnen oppakken.

Toen ik thuis kwam heb ik via de mail me aangemeld voor de AFASIEBIJEENKOMST.

                                                            

Boek_2

Oude soldaten sterven niet : roman geschreven door: Maria Vonk.
– Een Alzheimer-patixc3xabnt beschrijft de flarden van zijn herinneringen –

Na ‘Hersenschimmen’ van Bernlef zijn de diep ingrijpende menselijke gevolgen van de ziekte van Alzheimer geen taboe meer in de Nederlandse literatuur. In 41 zeer korte hoofdstukjes schildert de auteur het tragische verloop van deze aandoening bij een oud-commandant van het regiment Huzaren uit het Nederlandse leger, die nu als patixc3xabnt onverklaarbare ‘dienstbevelen’ van verplegend personeel moet ondergaan. In flarden komen herinneringen naar boven die een fraai stuk geschiedenis tussen 1921 en nu laten zien, met de politionele actie in Indonesixc3xab en de Tweede Wereldoorlog als herkenbare ijkpunten. Als geboren Amsterdammer is zijn armoedige jeugd in de (toen nog) joodse Jordaan uitgangspunt. De hoofdpersoon pendelt vaak tussen een meedogenloze thuissituatie en een blijmoedig weeshuis. In fraai en fris Nederlands ontkomt geen lezer aan de versneld afgedraaide film van allerlei oorlogsontberingen van de hoofdpersoon, die bovendien nog door de ziekte van Parkinson is getroffen. ‘Ik heb het gefikst en ben niet zo geworden als mijn vader’. Een hoopvolle, en, terecht, wat trotse afrekening met een dubbel verleden. Aanbevolen, ook om de schildering van het menselijk mededogen.

                        

Mijn gedachten stuur ik
Naar mijn stem,
Maar de woorden
Die ik zeg
Missen hun doel
Spreek ik een vreemde taal
Of wxc3xadl die ander
Mij niet  begrijpen?

         

Er zit een gat
In mijn geheugen
Vind wel de woorden
Voor wat ik zeggen wil
Maar ze rollen
Anders
Over mijn lippen

            

Op zoek naar woorden
Die ik ooit zeggen kon
Ik was voor die nacht
Al geen prater
Maar ik kan nu
Slechts zwijgen
Terwijl ik veel
Te zeggen heb

xc2xa9 Gedichten: Ivar Wakker

                                                                                          

Boek_3

Portret in krijt: geschreven door: Erika Veld 

-Aan het ziekbed van haar demente moeder overdenkt een vrouw hun relatie. –

Tijdens het stervensproces van haar demente moeder logeert Maai, de jongste dochter, in het verpleeghuis. Zij tekent enkele portretten van haar stervende moeder en denkt terug aan haar jeugd en het aftakelingsproces van haar moeders ziekte. In een groot aantal flashbacks tekent de schrijfster de herinneringen van een dochter aan haar moeder. De terugblikken en terugverwijzingen volgen een natuurlijk proces, waarin tijdens het wachten en waken bij een ziekbed de gedachten naar vroeger afdwalen. Vooral de korte dialogen met haar dementerende moeder op verschillende momenten van het ziekteproces geven een indringend en ontluisterend beeld van de dementie. De
schrijfster is er uitstekend in geslaagd een liefdevol beeld van een door dementie van haar dochter vervreemde moeder te tekenen. Het omslag met daarop een door tegenlicht bijna doorschijnende, ragfijne zomerjurk, hangend voor een raam, geeft een goed beeld van het heldere, maar ook ongrijpbare beeld dat de dochter van haar moeder heeft. Deze roman sluit thematisch aan op het in 1998 verschenen romandebuut van dezelfde schrijfster ‘Klein, stil en wit’.

                                                                     

Zwart-wit fotoxe2x80x99s van toen
Vertellen het verleden
Toch is mijn leven
Niet zo zwart/wit
Ik ken de kleuren nog
Het dak van mijn ouderlijk huis is rood
De appelbloesem bloeide wit
Zomerluchten kleurden blauw
Hoe kleurrijk was mijn leven!

         

Een DING ligt op mijn schoot
Ik kan het eenvoudig pakken
Wat het is
Ik twijfel
Kan er niet bijxe2x80xa6
Toch open ik het
Zie de beelden van weleer
Het is mijn ingebonden leven

xc2xa9 Gedichten: Ivar Wakker

Dit bericht werd geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie